VDMU voor de muziek uit

over de toekomst van muziek

Wie moet bepalen wat er te horen is? Wie is de programmeur van de toekomst?

Muzikanten, makers, het publiek, media, de grote zalen, festivals, degene die het meeste financiële risico neemt?
/files/mbr/002/AlbanWesley_th.png

Alban Wesly

Alban Wesly is fagottist, componist en arrangeur. In de afgelopen vijfentwintig jaar gaf hij circa 1.500 concerten in zo’n dertig landen. Alban is medeoprichter van het rietkwintet Calefax, sinds 1996 verbonden aan Ensemble musikFabrik in Keulen, en sinds de oprichting in 2008 fagottist van de David Kweksilber Big Band. Met voornamelijk deze drie groepen gaf hij zo’n 300 premières.

/files/mbr/001/amalalhaag_th.png

Amal Alhaag

Amal Alhaag is programmeur en organisator van culturele projecten. Sinds 2004 werkt zij als freelancer op het snijvlak van nieuwe muziek, verhalen, kunst en werelden voor diverse instellingen en instituten zoals Tropenmuseum, Tolhuistuin en Coolpolitics. Momenteel werkt ze bij metro54, een platform voor mash-up cultuur. Daarnaast is ze lid van het internationaal collectief Africanhiphop.com dat zich richt op Afrikaanse muziek, kunst en jongerencultuur.

10 jun. 14

Beste Amal,
Ik ken je nog nauwelijks, maar verheug me erop om hier met jou de vraag ‘Wie moet bepalen wat er te horen is?‘ bij de horens te vatten. Na rijp beraad zie ik in dat ik me voor deze eerste blog-bijdrage moet beperken. En daarmee wordt het antwoord op de vraag vrij simpel: het publiek. Ik leg zo uit waarom.

Maar eerst over die beperking: ik denk dat het zinnig is als ik me vooralsnog richt op ‘muziek om naar te luisteren’. Stil zitten, oren open, mond dicht. Ten eerste omdat daar mijn expertise ligt, maar ook omdat het betrekken van andere muzieken (om op te dansen, te mediteren, etc) dit eerste verhaal te lang zou maken. Ook richt ik me nu eerst alleen op de muziek die we in Nederland live op het podium tegenkomen. Het is interessant om later in te gaan op andere manieren om muziek te consumeren, bijv. online, en ook op wat dat betekent voor het aanbod op de podia, maar we moeten nog iets voor later bewaren, nietwaar?
Dus, kijk, hoe kom ik tot zo’n eenduidig antwoord: ‘het publiek!’? Om de situatie in Nederland scherp te zien wil ik je twee voorbeelden geven van mijn ervaring in het buitenland.

Varna, Bulgarije. Calefax beleeft zijn debuut in Bulgarije, in een museum in Varna, een middelgrote stad aan de Zwarte Zee waar vrijwel zeker nog nooit iemand van Calefax gehoord heeft. De zaal puilt uit, en na afloop heerst er een opgewonden sfeer onder het publiek ‘van alle leeftijden’, dat met ons wil napraten. Ik proef honger naar muziek.

Donaueschingen, Duitsland. Ik ben bij de openingsavond van het festival voor nieuwe muziek dat hier sinds een kleine eeuw jaarlijks plaatsvindt. Een grote sporthal is tot de laatste plek gevuld voor de première van een stuk van Wolfgang Rihm, en op de eerste rij zie ik tot mijn verrassing Norbert Lammert zitten. De heer Lammert ken ik een beetje, want hij is de kersverse voorzitter van de Raad van Toezicht van ‘mijn’ Ensemble musikFabrik. Alle Duitsers kennen hem vooral als de voorzitter van de Bundestag, het Duitse parlement. Een echte ‘BD-er’, alom gerespecteerd om zijn eruditie en uitstraling van boven-de-partijen-staan. Ik stoot Thomas aan, de manager van musikFabrik, die naast me zit, en zeg hoe geweldig ik het vind dat Lammert speciaal voor ons hier aanwezig is. (Donaueschingen ligt 750 km van Berlijn.) “Hoezo voor ons?” is zijn antwoord, “Lammert komt hier al jaren, gewoon omdat nieuwe muziek hem interesseert”.

Deze voorbeelden haal ik aan omdat de situatie in Nederland zo ontzettend anders is. En daarmee wordt mijn antwoord op de vraag ‘Wie moet bepalen wat er te horen is?‘ simpel: het publiek. Dit omdat de andere opties nu even een doodlopende weg zijn. Natuurlijk zijn er programmeurs die hun eigen plan trekken, maar die hebben tijdens het maken van hun keuzes een dwingend duiveltje op hun schouder zitten: ‘haal ik hiermee de vereiste publieksaantallen wel?’ – en daarmee is het indirect toch het publiek dat bepaalt wat er wordt gespeeld. Ik zou willen dat het anders was, maar we hebben nu even geen andere keuze. Als we de maatschappelijke interesse in (luister)muziek niet groter krijgen, verpietert de situatie nog verder. Het is uitvloeisel van een mentaliteit die over tien jaar misschien weer anders is, panta rhei, maar voor nu is in muziekland het devies: mensen aan boord houden, laten aanhaken, binnen halen. En ‘hun zin geven’.

We kunnen lang praten over de rol van programmeurs, moderatoren, de nieuwe media, nieuwe presentatieconcepten, en dat praten is zeker goed, graag zelfs, maar ondertussen is het devies vooral: het publiek binden. Niet alleen door vóór het publiek te programmeren, maar misschien ook wel samen mèt het publiek, om de betrokkenheid te vergroten.
Ja, dat is een heel andere situatie dan die in mijn voorbeelden hierboven, waarin nieuwsgierige publieksgroepen en opiniemakers tegen een programmeur zeggen: ik kom naar je concert, verras me maar. Die situatie kunnen wij ons hier en nu gewoon even niet veroorloven.

10 jun. 14

Beste Alban,
Het klinkt mij als muziek in de oren om mijn ongetrainde vingers te branden aan een thema waar de sector zich al decennia in verdiept. Het zijn barre tijden en volgens mij staat de muzieksector spreekwoordelijk in brand en dat mag niet onbeschreven blijven.

Over muziek gesproken. Ik kom niet uit de wereld van noten, orkesten of hedendaagse klassieke muziek. Ik leef in een parallel universum, waar de Calvinistische hokjesgeest slechts als een spook in onze herinneringen voorleeft. Een ontmoetingsplek waar beatmakers, activistische dichters, moderne jazz dansers, kunstenaars vermomd als dj's, rappers op akoestische gitaren en slaapkamer componisten de dienst uitmaken. Het leest als een perfect welzijnspamflet, maar niettemin is dit mijn werkelijkheid.

Desondanks vraag ik me vaak genoeg af; Wat is eigenlijk de rol van een programmeur, wanneer iedereen dagelijks programmeert op zijn telefoon, Tumblr of Youtube pagina? Wat is de meerwaarde van de vele zwarte dozen die jaarlijks in Nederland verrijzen wanneer het feestje eigenlijk elders in de straat plaatsvindt? Het lijkt wel alsof de pioniers van weleer zijn ingedut nu de eigen toko's duurzaam zijn gerenoveerd. Terwijl de ‘organisator- student-muzikant’ uitwaait over het land om eigenhandig plekken te creëren voor 'ervaringen' in de vorm van een festival of een straatfeest

Het is je misschien al opgevallen, maar ik geloof niet in disciplines en genres. Ik geloof wel in muzikanten, kunstenaars en vocalisten die in samenwerking met de programmeur onbelemmerd binnen en buiten de zwarte doos kleuren zonder het publiek uit het oog te verliezen.
Het publiek is geen passieve toeschouwer of muziekliefhebber die slechts consumeert, maar is juist een actief deelgenoot en mede-eigenaar van het programma of concept. Terwijl ik dit schrijf heeft een groep anonieme festival-clubgangers een manifest op Facebook gedeeld waarin ze hun ongenoegen uitten over het huidig festival- en clubbeleid. Duizenden hebben van zich laten horen. Ik vraag me zelfs af of de vraag 'Wie moet bepalen wat er te horen is?' nog relevant is wanneer een groot deel van mijn publiek alleskunner is.

Juist een actief publiek verdient een actievere programmeur als partner in crime. En dat ontbreekt er nu: de programmeurs die al sinds mensenheugenis de verschillende stekken bezetten, laten een afwachtende houding zien. Niet dat ik vind dat ze moeten vertrekken, wat mij betreft blijven ze juist daar waar ze zijn. Want ergens voor de muziek uit, zie ik een interessant toekomstperspectief; de programmeur als een bouwvakker met architectonische kennis. Een programmeur die bouwt aan programma's, series en avonden waar muziek, context en marketing elkaar op de vloer ontmoeten. Oneerbiedig gezegd is de programmeur een ‘steentjeslegger’ die binnen of buiten de gebaande wegen op zoek gaat naar persoonlijke, intieme, nieuwe of herkenbare vormen om muziek te tonen waarbij de vraag ‘Wat beweegt het publiek?’ centraal moet staan.

Daarom is veldonderzoek essentieel om vinger aan de pols te houden. Veldonderzoek is niet alleen muzikanten, labels, agenten, collectieven en festivals in binnen- en buitenland bezoeken, maar ook in contact staan met wat bezoekers, stad, maatschappij of omgeving bezighoudt. In de huidige gecompliceerde muziekwereld is het onmogelijk om voor 1 persoon van alle markten thuis te zijn. Des te meer een reden om voorbij vriendjespolitiek te kijken en samen te werken met muziekexperts, ofwel gastprogrammeurs van verschillende generaties en achtergronden die kunnen voeden of ondersteunen. Soms is het zo simpel en cliché als vreemden op straat vragen wat hen bezighoudt. Volgens mij ligt daar de toekomst. Dan loop je volgens mij als programmeur werkelijk voor de muziek uit.
recente reacties

Joost Kleppe

De blog van David Dramm is vrolijk en prikkelt de verbeelding. Heel goed dat er steeds meer nieuwe 'concert-concepten' komen -ik organiseer zelf in 2016 een laagdrempelige concertreeks, waarin...

Andre Heuvelman

Over waarom, hoe en wat
Afgelopen week liep ik langs de Symphony Hall in Chicago. Een affiche prijkte op de muur: “Requiem Mozart onder de bezielende leiding van Riccardo Muti met het Chicago Sym...

Jaïr Tchong

John Adams over componeren in het Anthropoceen: "These looming threats to the biosphere compel me to write music that is more than entertainment, more than a personal narrative or a celebration of...

Praat mee op het forum

twitter

facebook